Zo ‘dirty’ als een agent maar zijn kan

John Mulligan was de hardst werkende politieagent van Boston toen hij in 1993 in zijn auto op het parkeerterrein van drogisterij Walgreens werd vermoord. Hij werkte wel 22 van de 24 uur, zo wordt aan het begin van Trial 4 opgemerkt. De nieuwe Netflix-documentaireserie kijkt in acht lange afleveringen naar de moord op Mulligan. En naar Sean Ellis, de toen 19-jarige jongen die hier onterecht voor werd opgepakt en 22 jaar werd opgesloten.

Pas in aflevering vijf komen Mulligans werkuren weer voorbij. Volgens notulen zou hij 21 uur op één dag hebben gewerkt. Alleen worden de uren dit keer niet genoemd om zijn werkethiek te prijzen. Ze komen uit een onderzoek. Want Mulligan werd één jaar voor zijn dood onderzocht voor gesjoemel met overuren. De rechercheur voor wie heel Boston uitliep om hem de laatste eer te bewijzen, bleek zo ‘dirty’ als een agent maar zijn kan.

Dit feit onthult Trial 4 aflevering voor aflevering. Net als vrijwel alle details over de moord en de rechtszaken die de stad voerde tegen Ellis (het bewijs tegen hem was zo twijfelachtig dat twee jury’s de jongen niet wilden veroordelen). In plaats van alles chronologisch uiteen te zetten, springt de docu tussen tijden en wijkt het zelfs meerdere malen uit naar andere politiezaken en misdaden om het hele verhaal te vertellen. Als een kleurplaat die niet alleen vakje voor vakje wordt ingekleurd, maar ook iedere keer een stuk groter blijkt dan je even daarvoor dacht.

Het is een trucje dat had kunnen vervelen, ware het niet dat Trial 4 daadwerkelijk iedere aflevering met nieuwe informatie en vooral meer verdieping komt. De serie kijkt zoveel verder dan de executie van één corrupte agent. En zelfs verder dan het ontwrichte leven van de – zo blijkt uit interviews – sympathieke Ellis. Eenmaal uitgezoomd, is het een tekening van een door en door corrupt rechtssysteem en de vele mensen die hier (nog steeds) het slachtoffer van zijn. En dat is geen mooi plaatje.

Gepubliceerd in NRC >